El Mirage, Californië (1998)
Het woestijnzand lag soms tot over de witte streep die moest markeren waar de weg ophield. Van een vluchtstrook waarover ik kon fietsen was geen sprake. Het maakte niet uit, druk was het toch niet aan El Mirage Road. Aan weerszijden van de strook asfalt in de Mojave Desert lag af en toe een onverharde weg naar wat huizen, meestal met een hekwerk om een kale zandvlakte die in niets te onderscheiden was van de rest van het landschap.
El Mirage, het was eigenlijk wel een goede naam voor deze plek. Een fata morgana. Een droombeeld. Een illusie. Iets dat er eigenlijk niet is. Zo erg was het niet, want El Mirage had een winkel, waar ik even kon bijtanken om de bidons te vullen, maar verder had het weinig te bieden.
De vorige aflevering van deze rubriek eindigde met de mededeling dat ik nog een flink stuk moest fietsen om een camping te vinden, terwijl het al begon te schemeren. Take It Easy moest ik tegen mezelf zeggen. Relax! Niet panikeren! Maar behalve aan de Eagles dacht ik aan de Steve Miller Band: Fly Like An Eagle. Dat leek me wel wat om zo de omgeving af te speuren.
Ik was die ochtend uit Los Angeles vertrokken; mijn fietsreis was nog maar net begonnen. En nu al liep ik tegen een probleem aan. Waar kon ik overnachten in deze woestijn? Victorville had ik uit mijn hoofd gezet, dat was nog 60 mijl. Nog bijna honderd kilometer fietsen? Dat zou me niet meer lukken voordat het donker werd.
Na twee fietstochten door Amerika met Adventure Cycling had ik deze keer besloten om alleen te reizen. In het boek Bicycling Across America van Robert Winning stond een route die ik volgde. De tocht was onderverdeeld in 45 segmenten en eindigde in Washington D.C. Mijn eindbestemming was New York. Ergens onderweg moest ik afbuigen. Maar dat was van later zorg.
Bij die tochten met Adventure Cycling volgde je een route die was voorzien van kaarten. In het boek van Winning stonden echter alleen maar tekstuele aanwijzingen. Dus even afwijken van de route was lastig. Toch was dat wel wat me te doen stond daar in de Mojave Desert. Omdat het plaatsje Acton weinig voorstelde, besloot ik een stukje terug te fietsen, want ik had onderweg een camping gezien. Bij de Thousand Trails Soledad Canyon werd ik echter weggestuurd. Het bleek om een besloten vereniging te gaan. Eventueel kon ik me er laten introduceren door een van de andere gasten, maar dan moest ik wel aanwezig zijn bij een inleidend praatje. Het leek me allemaal te veel gedoe. Nog verder terug was een andere camping waar ik zonder problemen kon overnachten, zo lieten ze me er weten. Nog verder terugfietsen? Daar voelde ik al helemaal niets voor. Ze gaven me aanwijzingen naar de dichtstbijzijnde stad, te weten Palmdale. Daar hadden ze motels.
Met een plattegrond in mijn bagage had ik dat geweten. Maar ik was te gemakzuchtig geweest. Te onbekommerd. Te zuinig misschien ook wel. Zo’n plattegrond van Californië zou ik wel ergens gratis bij een tankstation vinden, zo redeneerde ik.
Bij een Super 8 Motel checkte ik in. Wat voor auto ik had? De receptioniste keek me vreemd aan bij de mededeling dat ik op de fiets was.
De volgende dag fietste ik langs het gele bord met El Mirage Market. Ik had die ochtend een ontbijt genoten bij California Pantry in Palmdale. De serveerster, een Aziatische vrouw van rond de 40 jaar in witte blouse, zwart rokje, witte sokjes en sportschoenen vroeg een collega of haar zuigzoen in de nek niet teveel opviel. Een klant bemoeide zich ermee. “Was het een vreemdeling?”
Ik vervolgde mijn tocht via Victorville (zie deze aflevering over Roy Rogers) naar Barstow. Fietsend over Route 66. Wat er van over was. Vooral vergane glorie.




Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie