The Dreaming Spires is niet zo’n bekende band in het americanawereldje. Maar de gitarist/zanger van dit Engelse gezelschap, Robin Bennett, geniet wel enige bekendheid, in elk geval hier op de redactie. Want hij is de Bennett in Bennett Wilson Poole, wier twee albums zeer gewaardeerd werden in recensies op deze site. Normal Town (Clubhouse Records) is het derde album van The Dreaming Spires. Naast Robin Bennett (zang, gitaar) bestaat de band uit zijn broer Joe Bennet (zang, bas en andere instrumenten), Jamie Dawson (drums), Tom Collinson (toetsen) en Nick Fowler (gitaar). meer…



Wat een verrassing is dit Further From The Country (Six Shooter Records) van
Haar man Otis Gibbs zit op de Dam in Amsterdam op de hoesfoto van zijn nieuwste album,
‘Alle duiven op de Dam, sja la la lie, sja la la la / Ja die weten hoe het kwam, sja la la lie, sja la la la / Want ze zaten op je schoot, sja la la lie, sja la la la / En je gaf ze stukjes brood, sja la la lie, sja la la la’. Zeg nou niet dat Gert en Hermien niet thuishoren op deze site, want Gert Timmerman scoorde in 1963 een hit met Ik Heb Eerbied Voor Jouw Grijze Haren, geschreven door de Belgische cowboy Bobbejaan Schoepen. Nou dan… Die naam duikt nu trouwens al voor de tweede keer dit jaar op, lees
Page, Arizona (1998)
Als iemand recht van spreken heeft over de toestand in de wereld, is het 
In Australië gaat
Betekenis geven aan het leven, dat is over het algemeen de belangrijkste drijfveer van singer-songwriters.
Het aanbod aan americana is zo groot dat heel veel onbesproken blijft. Voor beginnende artiesten is het lastig om aandacht te genereren. Kwaliteit leveren is helemaal geen garantie voor exposure. Sterker nog, meestal duurt het dan nog langer voordat je opgepikt wordt. In de mediawereld draait alles tegenwoordig om het aantal clicks, dus onbekende namen zijn niet interessant; die leveren niets op. Dus is het aan sites die door liefhebbers worden gevuld om onbekend talent voor te stellen. Zoals deze keer
In de weken die eindigen op 18 en 25 oktober 1969 staat er een advertentie in de Britse Melody Maker die afkomstig is van Famepushers Ltd. Achter dit bedrijf schuilen de zakenlui Edward Moulton en Stephen Warwick, entrepeneurs die actief zijn in de filmindustrie en zich verder bezighouden met de exploitatie van een vakantie-eiland in de monding van de Thames, de organisatie van het spectaculairste bridgetoernooi ooit en voor de rest met alles waar geld mee valt te verdienen. Dus zijn Moulton en Warwick via een advertentie op zoek naar een jonge band met songschrijverskwaliteiten.
Mark Miller is geen naam waarmee je op Google onmiddellijk alle aandacht naar je toe trekt. Meer dan een miljoen Amerikanen heten Miller, bijna twee miljoen hebben de voornaam Mark. Degene over wie we het nu hebben is niet de acteur, niet de schrijver en zelfs niet de leadzanger van Sawyer Brown. Maar we komen in de buurt, want déze Mark Milller is de maker van This Bridge (Blue Betty Records). Het is, voor zover we kunnen overzien, zijn derde cd, na Standing On Shoulders (2022) en All For Love’s Sake, een akoestisch gospelalbum uit 2006. Toch is deze singer-songwriter/gitarist uit Georgia al
Het is een adequate beschrijving van het leven onderweg van een band die het nog moet maken: Sleazy. The Lowtimers is zo’n band en op het debuut Cracks (The Way She GoesRecord Co.) leggen ze op het nummer met die titel uit hoe dat er aan toe gaat: ‘Living on chicken fingers and tv-dinners / Out of my motel microwave / Spice ‘em up a little with the hot sauce that I’ve saved / From all the Taco Bells along the way’. De nacht brengen ze door in slaapzakken, want je weet nooit wat er allemaal voor ongedierte krioelt onder de lakens. De band uit Santa Cruz, Californië, nam het album op in Montgomery, Alabama, dus 
Rainy
Wacht tot je alleen bent, trek de gordijnen dicht en ga met gesloten ogen languit op de bank liggen. Dan cre

Drie jaar geleden blies
Doe wat Byrds, Beach Boys, Fastball, America, CS&N en Tom Petty bij elkaar, roer er een paar herfstbladeren doorheen en je komt uit bij
De eerste kennismaking met Lowell George kan zomaar Cheek to Cheek zijn, de single die in 1979 werkelijk een soort van zomerhit werd en zomaar in de top 10 van de Nederlandse top 40 belandde. Maar er zit een diepere laag achter. Lowell George, de man met de kleine voeten, heeft dan net Little Feat verlaten op jacht naar een succesvolle solocarrière, maar al binnen vier maanden na de release van zijn solo-album Thanks I’ll Eat It Here overlijdt George aan een hartaanval als gevolg van een overdosis heroïne.
Op zijn website beschrijft
De eerste klanken op het nieuwe album van
Echt zingen hoef je niet te kunnen in de americana. Het is belangrijker dat je liedjes schrijft die het dagelijkse leven bij de horens vatten en duidelijk maken dat het daarin goed kan gaan en soms ook wat minder. De kronkelende weg vol foute afslagen is een onuitputtelijke bron voor songschrijvers. 
De roze Chevrolet Bel Air uit de jaren vijftig schept een verwachtingspatroon dat niet uitkomt. Van retro in de vorm van rockabilly of blues is hier namelijk geen sprake. American Dream (eigen beheer) bevat twaalf liedjes van Robert Stoner uit Berkeley, Californië, waarin hij zijn kijk geeft op de moderne Amerikaanse maatschappij. De singer-songwriter verdient zijn inkomen als econoom, maar die materie laat hij bij voorkeur achterwege in zijn nummers over menselijke relaties. Niet helemaal natuurlijk, want de veranderende maatschappij heeft alles met politiek en dus ook geld te maken. Stoner
Bekentenis vooraf: vóór Nature Of Necessity (Carnival Recording Company) had 



