Immigranten die kromlagen voor nietsontziende landeigenaren bouwden de Verenigde Staten op tot wat het nu is. De grootmoeder van Josiah Flores was zo iemand. Ze zwoegde op het land totdat het werk gedaan was. Van de ene boerderij ging ze naar de andere, opeengepakt in goederentreinen met lotgenoten. Soms waren de wagons zo vol dat ze niet eens kon liggen. De singer-songwriter van Latijns-Amerikaanse afkomst eert haar op La Lucha, te vinden op zijn album Doin’ Fine (Speakeasy Studios SF). De in San Francisco actieve Flores zoekt naar positieve signalen in zijn liedjes waarin hij toch vaak treurige omstandigheden schetst. Op Wishin’ I Don’t Care probeert hij de moed erin te houden. De countryfolk van de chicano ligt in het verlengde van de eerste opnamen van The Flatlanders, vooral omdat er ook wat honky tonk in doorsijpelt. En in meerdere opzichten doet het ook denken aan het oeuvre van Bogs Visionary Orchestra; ook een Amerikaan met roots in Latijns-Amerika. Zelf noemt Flores als invloeden Stoney Edwards, Freddy Fender, Willie Dunn en Waylon Jennings en dat is een uiterst interessant gezelschap. De typerende beat van veel nummers van Jennings komt aan bod in Villain met drums die het liedje losjes opschudden. De cover I’ll Be Here In The Morning van Townes Van Zandt past naadloos tussen de liedjes van Flores, die zoete melancholie paren met een naïef optimisme. Fraai is afsluiter Flaco & Rose, die het goed voor hebben met de wereld – ‘full of ambition, but never understood’ – maar vooral stuiten op desinteresse. De begeleiders van Flores (zang, gitaar) zijn Esther Gonzales (dobro, lap steel), Sydney Peterson (bas), K. Dylan Edrich (viool), Ainsley Wagoner (piano, orgel, zang), Jacob Aranda (pedal steel) en Marisela Guizar (drums).
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie