Een raadsel deze Damon Bramblett uit Bangs, Texas (pop: 1869). Slechts een plaat maakte de slungelachtige, droogkomische singer-songwriter en die werd ook nog eens uitgebracht door het Nederlandse Munich-label. Verklaarbaar is dan wel dat Bramblett bij zijn Nederlandse optredens – o.a. Blue Highways en Take Root – op veel bijval kon rekenen. Dat hij niet verder kwam dan het uitvoeren van de elf liedjes van het naar zichzelf vernoemde debuutalbum, zegt veel over de kwaliteit daarvan.
Dit debuut nam Bramlett met producer Lloyd Maines op in Austin, Texas met een bassist, drummer en hier en daar meer…

Als John Hiatt in 1988 live het succes van Bring The Family wil kapitaliseren haakt Ry Cooder af en moet Hiatt op zoek naar een vervanger. Die vindt hij in de begenadigde bottleneck- en slidegitarist Sonny Landreth. Landreth, geboren in Canton, Mississippi – bluesterritorium – en opgegroeid in Lafayette, Louisiana, waar hij in aanraking komt met cajun en zydeco, wordt een van de Goners in Hiatts begeleidingsband. Hij speelt een prominente rol op Slow Turning (1988) en gaat toeren met Hiatt. Vervolgens neemt Landreth de Goners David Ranson (bas) en Kenneth Blevins (drums) mee om het nog
Onbekend maakt niet onbemind, zo zou ik het spreekwoord willen parafraseren als het gaat om singer-songwriters wier scheppingen de tand des tijds wel hebben doorstaan, maar hun persoon eigenlijk nauwelijks. Hoe bekend – of onbekend – is Steve Young eigenlijk? Onbekend, nogal.
Een keer per maand poetst Wiebren Rijkeboer een plaat zo hard op dat hij begint te gloeien en ons vanuit verleden toestraalt. Niet altijd een klassieker in de ware zins des woord. Om die reden dopen we de Vergeten Klassieker om in de Gloeiende Plaat.
Tussen het grunge-geweld uit Seattle is het debuut van Pete Droge in 1994 een totale verrassing. Toegegeven, Droge, 25 jaar, behoort tot de Seattle-scene van slackers en neo-hippies die opgroeien met punk en metal, maar anderszins is Droge evenzeer een Dylan-adept. Na dienst gedaan te hebben in punkrockbandjes struint Droge, gewapend met akoestische gitaar, voortaan liever de koffiehuizen af. Pearl Jam-gitarist Mike McCready is nogal enthousiast over de ironische, stemmige liedjes van Droge en neemt een demo op van de songs, die hij vervolgens aan producer Brendan O’Brien laat horen. Ook O’Brien is 
Er liggen heel veel nieuwe albums te wachten op een recensie. Die moeten echter nog even wachten. Eerst namelijk aandacht voor South Atlantic Blues (Saint Cecilia Knows/V2) van Scott Fagan. Het gaat hier om een genegeerd meesterwerk uit 1968 op Atco Records, dat nu voor het eerst op cd is uitgebracht. Mooi trouwens, al die vergeten klassiekers die uit de archieven worden opgedoken door labels waar echte liefhebbers het voor het zeggen hebben. Dit is een plaat met een verhaal. En bovenal een plaat met prachtige muziek. De afgelopen maanden heeft
‘My name is Thomas Jefferson Kaye, I was born in North Dakota / I went to New York one day, where I learned myself to get loaded’. Zo introduceert Thomas Jefferson Kaye zichzelf In het openingsnummer van First Grade en gaat dan verder met: ‘And we learn to fly in Northern California’. Pas in Californië begint Tommy Kaye in 1972 aan een solocarrière, terwijl hij dan al jarenlang een drukbezet producer en tekstschrijver is. Als producer was Thomas Jefferson Kaye namelijk betrokken bij beroemde singles als ‘Denise’ van Randy and the Rainbows en ’96 Tears’ van Question Mark & the Mysterians, bij albums van
Eergisteren overleed Glenn Frey. Inderdaad een van de dragende leden van the Eagles. Maar ook voor de Eagles was Frey al actief, o.a. bij Bob Seger en in Longbranch Pennywhistle. Een goede reden om het stof van deze Vergeten Klassieker af te blazen. In 2007 schreef Wiebren Rijkeboer op deze pagina’s het volgende over die plaat.
Er is in de jaren zestig het nodige moois uit Canada gekomen. Van sterren als Neil Young, Joni Mitchell en Gordon Lightfoot tot minder bekende goden als Ray Materick, Bruce Cockburn, en Bob Carpenter. Hoewel de naam David Wiffen (1942-) al decennia langs de rand van de vergetelheid zwerft, hoort ook hij in dit rijtje thuis.
Singer-songwriter Val Stoëcklein begon zijn carrière in folkrockband The Blue Things. Liefhebbers van psychedelica kennen die band uit Kansas wellicht van The Orange Rooftop of Your Mind (1966). Maar Stöeckleins loopbaan nam al gauw een andere wending. In 1967 verliet hij de band om ‘gezondheidsredenen’: hij werd opgenomen in een psychiatrische instelling.
