Tussen de avantgardistische ketelmuziek van Tom Waits, de bluespunk van Nick Cave en de aanstormende gitaarlichting van R.E.M., Hüsker Dü en The Replacements, is daar in 1985 opeens Chris Isaak. Diens debuut Silvertone is een anachronisme; een schaamteloos retroproduct dat onverbloemd knipoogt naar de jaren vijftig van rockabilly, vetkuiven en sleeën met staartvinnen, maar o, wat is dit een heerlijke plaat. Chris Joseph Isaak groeit op in Stockton, Californië, een gemoedelijk dorpje dat regelmatig figureert in Hollywood-movies. Zijn idolen zijn meer…

Aanvankelijk mislukt de muzikale carrière van John Mellencamp volledig, omdat David Bowie-manager Tony DeFries de doodgewone plattelandsjongen uit Seymour, Indiana wil transformeren tot de pin-up popster Johnny Cougar. In 1978 heeft Mellencamp, een illusie armer, zijn identiteit al ingeleverd en kost het hem een fortuin om terug te kopen. Maar het wordt nog erger; tegen de tijd dat John Cougar Mellencamp begin jaren tachtig in Amerika doorbreekt, is hij 5 miljoen dollar kwijt om zijn rechten terug te kopen. Dan krijgt Mellencamp ook weer een grote mond,
Danny O’Keefe komt in 1943 ter wereld in Spokane, Washington. In zijn jeugd is hij niet bijster geïnteresseerd in muziek, maar een motorongeluk en het herstel ervan zet Danny O’Keefe op het spoor van het schrijverschap. Het leidt in 1966 tot een langspeelplaat en tot de vorming van de psychedelische band Calliope Calliope blijft obscuur, maar O’Keefe’s talenten worden door Buffalo Springfield-manager Charles Greene opgemerkt en dus wordt hij vanuit Seattle naar Los Angeles gehaald waar hij als solo-artiest onder contract komt bij een sublabel van het grote Atlantic.
Aanvankelijk lijken de jaren negentig Bob Dylan niet gunstig gezind, omdat hij door het ontbreken van nieuw, origineel materiaal overkomt als een verzadigde, uitgerangeerde eind-vijftiger met een hartkwaal. Hij vindt dat hij genoeg songs geschreven heeft: ‘Let someone else write them.’ Maar het loopt anders, want als Dylan in de winter van 1997 ingesneeuwd raakt op zijn ranch in Minnesota, vloeien de nieuwe songs uit zijn pen. Hij schakelt producer Daniel Lanois in en begint aan de opnamen van het nieuwe materiaal in The Teatro, een voormalige pornobioscoop
Holland, met zijn koeien en weilanden, sloten en kanalen. Holland, het landelijke, knusse Holland is de plek waar The Beach Boys zich in 1972 thuis voelen. In december 1970 worden The Beach Boys op indrukwekkende wijze onthaald in het Amsterdamse Concertgebouw en als hun nieuwe manager Jack Rieley een rigoureuze koersverandering voorstaat en de band begin 1972 zeer succesvol is op het door Willem Duys gepresenteerde Grand Gala Du Disque, is het voor Riley en The Beach Boys zonneklaar waar de opnamen voor hun nieuwe album plaats
Hij is beroemd om zijn schuurpapieren stem, maar daarnaast is Frankie Miller een begenadigde songsmid die liedjes schrijft op het snijvlak van soul, country en blues. Als Miller in 1970 verhuist van Glasgow naar Londen en optredens doet in het pubcircuit, wordt hij ontdekt door Procol Harum-gitarist Robin Trower. Deze lijft hem in bij zijn nieuwe groep Jude, maar begin ’72 is Frankie weer in z’n eentje, al heeft hij er wel een platencontract bij Chrysalis aan overgehouden en wordt hij voor de opnamen van zijn debuutplaat gekoppeld aan Brinsley Schwarz.
In het midden van de jaren zeventig maken zes boerenzonen uit het Midwesten naam met een onwaarschijnlijke combinatie van symfonische rock en southern rock. Onwaarschijnlijke mag het zijn; de bandnaam is voor de hand liggend en simpel: Kansas. Met veel bravoure laat de band zien dat ingewikkelde op klassieke leest geschoeide passages uitstekend blijken samen te gaan met harde boogierock. Opgericht in Topeka, Kansas in 1970 en opgepikt door Monkees-bedenker Don Kirshner
Voor Neil Young was zijn zelfgetitelde solodebuut een mislukking. Saaie weken in de studio leverde een introverte singer-songwritersplaat op, die ook nog eens geen succes werd. Vanuit zijn villa in Topanga Canyon trekt de rusteloze Young erop uit en vindt in een van de clubs van Sunset Strip The Rockets. Van de zeskoppige band weekt hij gitarist Danny Whitten, bassist Billy Talbot en drummer Ralph Molina los, benoemt ze als zijn begeleidingsband en doopt het drietal Crazy Horse. Nog voor Neil Young half januari 1969 verschijnt, heeft Young
Op het moment dat bassist John Stiratt, dobro- en banjospeler Max Johnston en drummer Ken Coomer aan boord komen bij Uncle Tupelo – de legendarische wegbereiders van de alt.country – is het met die band gedaan en is de eerste versie van Wilco een feit. Jeff Tweedy, die gaandeweg een steeds dominanter rol heeft ingenomen, moet zich dan nog ontdoen van zijn kompaan Jay Farrar. Tweedy speelt dan ook de vermoorde onschuld als hij verbaasd is wanneer Farrar zich uit Uncle Tupelo terugtrekt. Jeff Tweedy heeft zijn zin: hij is nu alleen de baas.
Born To Run betekent voor Bruce Springsteen, in Amerika althans, in 1975 een grootse doorbraak. Een jaar daarvoor is de arbeiderszoon uit New Jersey door journalist Jon Landau uitgeroepen tot de toekomst van de rock-‘n’-roll – ‘I saw rock and roll future, and its name is Bruce Springsteen’ – een reputatie die Springsteen en zijn E Street Band gestand doen, getuige de eindeloze reeksen marathon-concerten door het land. Aan het opnemen van een nieuwe plaat komt Springsteen echter niet toe omdat Mike Appel, zijn aan de dijk gezette ontdekker en manager, 

