The Cherokee Studios in Los Angeles, waar onder anderen Aerosmith, Steely Dan, Warren Zevon en Lenny Kravitz hun platen opnamen, is het eigendom van The Robb Brothers. Als producer zijn ze onder meer verantwoordelijk voor Lemonheads It’s A Shame About Ray. Decennia daarvoor al waren de drie Robb Brothers zelf muzikanten. Als The Robbs – drie broers en hun neef uit Oconomowoc, Wisconsin – kennen David Donaldson (alias Dee Robb, zang en gitaar), Robert Donaldson (alias Bruce Robb, zang en gitaar), George Donaldson (alias Joe Robb, toetsen) en neef meer…

The Battle Of Shiloh was een van de bloedigste veldslagen uit de Amerikaanse Burgeroorlog. Op 6 en 7 april van 1862 bevochten 110.000 Amerikaanse soldaten elkaar aan de oevers van de Tennessee, ter hoogte van een houten kerkje; de Shiloh Church. Shiloh is ook de naam van een countryrockband uit het noordoosten van Texas. In 1970 haalt Kenny Rogers de Texanen naar Los Angeles, waar ze met Rogers als producer hun enige lp opnemen. Het zelfgetitelde album is een fascinerende plaat waarop het vijftal countryrock, swampblues en rootsrock
Als jonge broekies krijgen ze in 1963 gitaar- en banjoles van Jerry Garcia; vijf jaar later richten David Biasotti en Randy Groenke in Los Angeles, Californië met Perrin Muir en David McClellan Maxfield Parrish op. De band wordt ontdekt door Chris Darrow van de psychedelische folkband Kaleidoscope, die hun debuutalbum produceert en muzikanten meebrengt als David Lindley, Bernie Leadon, John Ware en John London – de laatste drie uit Linda Ronstadts begeleidingsband. Het enige album van Maxfield Parrish, It’s A Cinch To Give Legs To Old Hard-boiled Eggs, bevat
In April 1967 begint Bob Dylan met de leden van The Band in de kelder van het grote roze huis in Woodstock, New York aan de sessies van wat later The Basement Tapes zullen heten. In dat najaar al duiken de tapes en acetaten op in Londen en neemt de incrowd opgewonden kennis van de rammelende country- en folkliedjes. Dylans gewiekste manager, Albert Grossman, doet er nog een schepje bovenop, reist naar Londen en leurt met de songs bij Britse popartiesten en bands onder wie Julie Driscoll en Brian Auger (‘This Wheel’s On Fire’) en
Al in 1968 hebben Michael Brewer en Tom Shipley het na een lp voor A&M gezien in Californië. Ze keren terug naar hun wortels, keren terug naar the heartland – en vestigen zich in Kansas City, Kansas. Ze bereizen het platteland en doen kleinschalige optredens, maar tekenen vervolgens wel weer een contract met het New Yorkse Kama Sutra-label. Wonderlijk genoeg koppelt het label Brewer & Shipley aan Westcoast-producer Nick Gravenites, en dus neemt het duo hun debuut voor Kama Sutra op in San Francisco, Californië.
Muswell Hillbillies kenmerkt een nieuwe fase in de ontwikkeling van The Kinks. In 1970 tekent de band een platencontract met het Amerikaanse RCA Victor, waardoor de blik ferm gericht is op succes in The States – een nieuwe kans nadat de band vanaf 1965 aldaar op de zwarte lijst terecht gekomen was. Maar Ray Davies is niet van plan RCA hitsingles te geven; voor het nieuwe album componeert Davies expres geen single-kandidaat. Wel herbezoekt Davies het Londen van zijn jeugd – beschrijft de onttakeling van de Noord-Londense wijk Muswell Hill
Noah komt uit Toronto, Canada, wordt in 1970 zestig opgericht en komt voort uit Buzzy And The Belvederes. De band bestaat uit Barry ‘Buzzy Vandersel en zijn twee neven Marinus en Peter Vandertogt, heet even Tyme And A Half, maar switcht dan naar Noah. Noah komt onder contract bij RCA Victor, brengt een lp uit, maar slaat dan een nieuwe richting in, met een nieuw management en een nieuw label, Dunhill. De tweede lp, Peaceman’s Farm, wordt geproduceerd door Randy Bachman en laat een stevig geluid horen, waarin boogierock,
Als Hugh Nicholson (zang, gitaar, toetsen), Ian MacMillan (zang, bas, gitaar) en Timmy Donald (drums) in 1973 Blue oprichten, hebben ze hun sporen reeds verdiend in bands als The Poets, White Trash en Marmalade. Vanuit Glasgow, Schotland bedienen ze het Verenigd Koninkrijk met melodieuze popmuziek à la Badfinger en Big Star, en debuteren op Robert Stigwoods label met het fraaie zelfgetitelde Blue. Na de toevoeging van gitarist Robert ‘Smiggy’ Smith vertrekt Blue naar Californië om daar het tweede album op te nemen. Dit geschiedt in
In 1969 vormen Gib Gilbeau (gitaar, fiddle), John Beland (gitaar, piano), Stan Pratt (drums) en Thad Maxwell (bas) de begeleidingsband van Linda Ronstadt. Gilbeau heeft echter zelf ook een platencontract, en als Gilbeau en de drie anderen buiten lá Ronstadt om studio-opnamen plannen in Albequerque, New Mexico, besluiten ze een eigen band te formeren: Swampwater. In niet minder dan twee dagen nemen ze een heel album op, dat in 1970 verschijnt op het kleine King-label – en direct over het hoofd wordt gezien. Dat is niet terecht,
Bij het verschijnen van The Beau Brummels wordt geschreven dat het een van de allerbeste reünie-albums is. Tamelijk vanuit het niets brengt Warner Bros. in april 1975 namelijk het zesde album uit van The Beau Brummels – in de originele bezetting. Na de laatste, erg fraaie plaat in 1968, Bradley’s Barn, lossen de Westcoast-Beatlesklonen na drie jaar nationwide hits op het niets. Zanger Sal Valentino richt het uitzinnige hippiecollectief Stoneground op, gitarist en componist Ron Elliott maakt de soloplaat The Candlestick Maker en duikt op in countryrockband Pan, 

