Gezien het onmiddellijke succes van August And Everything After lijkt het of het alsof het allemaal van een leien dakje ging voor Adam Duritz en zijn band, Counting Crows. Niets is minder waar. Barstensvol zelfkwelling en ziekelijke twijfel lijkt Duritz nauwelijks opgetogen als Counting Crows – waarvan de leden allen de dertig al naderen – in het voorjaar van 1992 getekend worden door Geffen Records. Opnemen in een grote studio zit er niet in wat Duritz betreft. Op advies van Duritz’ held Robbie Robertson kiest de band voor de opnamen meer…



Seryn is waarschijnlijk niet ieders cup of tea. De vier mannen en een vrouw uit Denton, Texas maken namelijk muziek van het kaliber Fleet Foxes, maar dan nog meer geworteld in folk, akoestica en koralenzang. Dat betekent dus banjo, ukelele, accordeon, viool, een grote trom en gestapelde vocalen. Seryn kan goed uit de voeten met dit instrumentarium, want aan schoonheid geen gebrek op This Is Where We Were (
Werkelijk prachtig is Curse Of Canaanville, de opener van Canary (Misra/Bertus), de derde cd van Southeast Engine. De groep legt een fraai americana-tapijt neer, compleet met country-snik en weemoedige fiddle. Vervolgens schiet het alle kanten op, van jubelende countryfolk tot countryeske pop. Bright Eyes is aldus een goede referentie. Het kwartet uit Ohio, onder aanvoering van Adam Remnant, schuwt het avontuur beslist niet en schurkt op een prettige manier tegen de buitenmuren van de americana aan – rock en pop
De op een ongepolijste manier zingende
Het veertiende album van Steve Earle is als het ware een terugkeer naar oude waarden. Geproduceerd door T Bone Burnett is I’ll Never Get Out Of This World Alive (New West/Sonic Rendezvous) een fraai, gruizig en tegelijk rustiek Earle-album. Het gaat goed met Earle; de man is gelukkig met Allison Moorer en hun baby, heeft een rol in de televisieserie Treme – net als hij had in The Wire – en debuteert dezer dagen met een roman die een gelijke titel heeft als deze cd, overigens beide ontleend aan de titel van de laatste single van
Cortney Tidwell en Kurt Wagner vielen de twijfelachtige eer te beurt de Rhythm & Blues Night – in de kleine zaal althans – te moeten openen. Het publiek leek er nog niet klaar voor, en Kort – Cortney en Kurt – ook niet. Vooral Wagner kwam bijzonder ongeïnspireerd over; de bezoekers zagen meestentijds de bovenkant van zijn cowboyhoed. De muziek van het gelegenheidsduo
Wij hier bij Altcountry.nl volgen
3 Step is een uitstekende opener van Turncoats (My Forlorn Wallet Records) van
Sometimes it’s hard to see / Even when it’s right at your feet / You’re alright, Yeah, you’re alright / Last night I saw the yellow moon, from the corner of my room / Hanging low in the autumn sky / I put on a Neil Young song, blew out the candles and I sang along / Hey-hey, my-my / Cause I’m alright, I’m alright.
Marc Black