The Blind Roofers – Rod Melancon – Steven Casper & Cowboy Angst – Austin Shaw – Sun Trodden – Relick – Carrington MacDuffie – Ben Millburn – Curse Of Lono
Meestal zetten we een algemeen kopje boven de overzichten in de rubriek roundup. Deze keer niet. Dat zou zonde zijn voor The Blind Roofers. Die verdienen namelijk heel veel bekendheid nadat ze een werkelijk heerlijke ep hebben afgeleverd. Lost In Wander (eigen beheer) is een avontuurlijk plaatje van vier jongens uit Groningen. De ep (22 minuten) werd al in maart in Vera gepresenteerd en min of meer bij toeval waren we daar present. Wat een optreden! Antonie Harms is een echte rock-’n-roll-persoonlijkheid. Niks pose! Pure overgave! We moesten denken aan Alex Chilton en Jeff Buckley. En wat was het podium sfeervol ingericht met die schemerlampen. Voldoende reden om heel nieuwsgierig te zijn naar die ep. Welnu, die is echt zo goed als we hoopten. Op de een of andere manier dippen ze in de jaren zestig. Heeft waarschijnlijk vooral te maken met het onbevangen musiceren. Op MLMD gaat de zang bijna wat over the top. Bijna hardrock, maar dan toch heel anders. Lemons is jachtig en druk. Het schitterende titelnummer begint met een gitaar in een kaal geluidsdecor. ‘We got booze and we got fire’, zingt Harms (zang, gitaar). The Blind Roofers bestaat verder uit zijn broer Karel Harms (toetsen), Thomas Zaw (drums) en Rik Huizing (bas). Het nummer gaat over naar een jachtiger cadans. Nearly At The End is puur melodrama. Een piano. Maar dan gaat het naar jaren 80 indierock toe met een gitaar die hakt en hakt. Op Damaged Heart horen we Harms gillen als een hardrocker uit de jaren 70, terwijl het nummer nog wel zo rustig huppelend begonnen was. Freebird is krachtig en eindigt met tsjilpende vogeltjes, net zoals Earlybird op het debuut van Eagles. Daar heeft de muziek verder overigens niets mee van doen. Hoe dan ook, dit is een heel sterk plaatje.
Rod Melancon komt uit Louisiana. LA14 (Blue Élan Records) begint met een liedje over Perry, met wie je maar beter niet kunt dollen. Dwayne And Me klinkt ook gevaarlijk. Melancon en zijn achterneef Dwayne gaan vissen met een fles wijn en ouwehoeren een eind weg. Met Dwayne loopt het niet goed af. Fraai gitaarwerk. Op A Man Like Me Shouldn’t Own A Gun ontmoeten western swing en countryrock elkaar. Met Lights Of Carencro zorgen de gitaren voor een overstroming. Eerst even flink hakken en dan in volle vaart door de berm. De praatzingende Melancon stort ondertussen een flinke bak ellende over ons uit. Auto’s die over de kop slaan, dat soort werk. Het is donker in de wouden van Louisiana en de wegen zijn er niet al te breed. De ep (16 minuten) eindigt tamelijk rustig met By Her Side. Gaat ook over de dood. Een steelgitaar biedt Melancon hopelijk een beetje troost.
Van Steven Casper & Cowboy Angst hebben we al vaker ep’s besproken. I Feel Like I’ve Got Snakes In My Head (Silver City Records) begint met een instrumental die je zo een western intrekt. Op Driving Fast trekt Casper rockend in een auto door de jungle van de stad met voodoo on his mind. Fraaie stem heeft de man. Denk een beetje aan Willie Nile en als je je dan met een rusteloos hart je overgeeft aan rock-’n-roll dan heb je al snel een lekker ep’tje (24 minuten) volgepeeld. She’s Bad, ook al ziet ze er uit als een engel. Ach, dat wist Caper natuurlijk ook wel. En toch trapt hij er in. Niet voor het eerst en niet voor het laatst. Maria doet het met een accordeon in een vlotte deun.
Austin Shaw gaf zijn baan op om weer tijd te steken in zijn oude jeugdhobby. Hij bouwde zijn eigen studio aan huis in Santa Cruz, Californië, en ontving daar gerenommeerde musici als gitarist Larry Saltzman en drummer Joe Bonadio die respectievelijk Paul Simon en Sting ook bijstonden. Daarmee is Love On Both Sides (eigen beheer) nog niet een ep (16 minuten) waarover verder heel veel te vertellen valt. De zang van Shaw is wollig en zijn Californische folkrock ietwat kleurloos.
Suntrodden II (eigen beheer) is het tweede deel van een drieluik. Suntrodden is Erik Stephansson uit Atlanta, Georgia, en hij schrijft heerlijke poppy liedjes waarin hij zijn lief meedeelt dat hij denkt dat hij haar hoorde glimlachen. Melt heet dat fijne stukje softpop. De andere liedjes op deze ep (nog geen 14 minuten) zijn al net zo fijngevoelig. Suntrodden noemt Elliott Smith en Beach House als invloeden, zelf zouden we daar verwijzingen naar het label Flying Nun uit Nieuw-Zeeland aan toe willen voegen. De naam van Mitch Easter zouden we ook kunnen laten vallen. Zonnige muziek. Jammer genoeg hebben we deel 1 gemist, hopelijk valt deel 3 hier wel op de deurmat.
Relick is een band uit Denton, Texas. In die stad in deze cowboystaat draaien ze graag wat eigenwijze popdeunen in elkaar. Twin House Ep (eigen beheer, bijna 20 minuten) laat een band horen die teruggrijpt naar de jaren 80 en 90. Indierock en pop met veel piano, orgel, Rhodes en mellotron, allemaal bespeeld door zangeres Amber Nicholson. Dezelfde instrumenten staan achter de naam van Matt Hibbard, die verder ook nog lapsteel, percussie en af en toe bas of drums speelt. En daarbij eveneens zingt. Sun is trouwens een nummer dat ook gepast zou hebben op de ep van Suntrodden. Niet zo raar, want Relick schermt ook graag met Beatles als invloed.
Carrington MacDuffie is een stemacteur en dichter. Crush On You (Pointy Head Records) is niet zomaar een doordeweeks plaatje. De artieste speelt elektrische en akoestische ukelele en piano. Producer Rob Halversen roert een flinke hoeveelheid elektronica door de liedjes die vooral raakpunten hebben met iemand als Laurie Anderson. Voor wie verder kijkt dan country, blues of folk is deze ep (16 minuten) van de in Austin, Texas, neergestreken MacDuffie zeker het uitproberen waard.
Ook Ben Millburn komt uit Austin, Texas, en ook deze jongeman maakt muziek die er afwijkt van de norm. Met een ronkende gitaar zoals Billy Bragg op zijn debuut (ook een ep trouwens) Talking With The Taxman About Poetry ook liet horen, trekt hij de luisteraar direct naar zich toe. Minimalistische folk met krachtige gitaarakkoorden, lekker rauw op opener Honey, Help Me en I’ll Go. Baby Meet The Boom is kale pop met percussie. Jenny Lee is meer pure pop. Local Honey (eigen beheer) biedt vier liedjes, goed voor ruim 14 minuten spannende muziek.
Curse Of Lono vliegt Five Miles hoog boven de woestijn. De band uit Londen vernoemde zich naar het gelijknamige boek van Hunter S. Thompson. Het nummer werd al vergeleken met Mojave 3. Met cinematic southern gothic alt rock heeft de band zichzelf aardig omschreven. London Rain is een donkere zoektocht, waarna He Takes My Place met prachtige samenzang een stuk zonniger klinkt. Curse Of Lono (Submarine Cat Records) zou je ook kunnen omschrijven als Velvet Underground tijdens een woestijntrip.
04/09/2016 Permalink
LA 14 is als het goed is het eerste deel van een nog dit jaar te verschijnen volledige album. Melancon debuteerde in 2014 al veelbelovend met Parish Lines. Zijn stijl refereerde wel behoorlijk op Springsteen. LA14 heeft al veel meer een eigen gezicht en wellicht daarom net een tikkie sterker. Mocht het hele album net zo klinken als LA14 dan hebben we een zekerheidje in de eindejaarslijstjes.
10/09/2016 Permalink
Niet alle nummers van de ep zullen het volwaardige album gaan halen, waarop Rod geïnspireerder dan ooit klinkt. Bijna een jaar zonder alcohol
11/09/2016 Permalink
Die Ep van the Blind Roofers behoort tot één van de muzikaal spannenste dingen van Nederlandse bodem van dit jaar. Op Record Store Day deden de mannen een instore op de cd-afdeling van Vanderveen, ik vond het echt geweldig en ben reuzebenieuwd naar het vervolg! Ook zaten ze bij Martyn Joseph in het voorprogramma in de Amer, dat werd de aanleiding ze voor onze Record Store Day uit te nodigen.