Het is niet zomaar wat als de vrienden in je band om je heen wegvallen en je voelt dat je totaal alleen bent en drank en drugs geen soelaas meer bieden. Dickey Betts overkwam het: Duane Allman dood, Berry Oakley dood. En een hartverscheurende animositeit met Gregg Allman, eens boezemvriend maar nu opposant in de rechtbank. Zo staat Dickey Betts – meestergitarist, zonder enige twijfel – er in 1974 voor als hij na Brothers and Sisters (1973) met een soloalbum komt. Aardige plaat, maar wel nogal ontsierd door de instrumentale bluegrass-gemakzucht van de gehele kant 2. Highway Call staat dan ook niet in de schaduw van de voortreffelijke opvolger in 1977: Dickey Betts & Great Southern.
Een geweldige band heeft Betts om zich heen verzameld met gitarist Dan Toler, toetsenist Tom Broome, bassist Ken Tibbs en à la The Allman Brothers Band een dubbele drumbezetting met Jerry Thomas en Doni Sharbono. Allen met snor, dat wel. Het hele spul strijkt neer in de Criteria Studios in Miami, Florida. Gezellig en gemoedelijk is het, getuige de foto’s op de bedrukte binnenhoes van Dickey Bettts & Great Southern. Het levert ook bijzonder fraaie, zonnige southern rock op.
Geheel in het verlengde van The Allman Brothers Band biedt Betts’ Great Southern gloedvolle, bluesy southern rock. De voortreffelijke opener Out To Get Me zet gelijk de toon. Waanzinnig sterk, en dat blijft zo met songs als Run Gypsy Run, Sweet Virginia en California Blues, alle met rollend orgel, heerlijke gitaarsoli, slide-spel en okay zang van Betts. De beide plaatkanten sluiten af met de albumhoogtepunten: het trage, meeslepende The Way Love Goes en Bougainvillea, met een vocale cameo van Don Johnson en een drie minuten durend, in spiralen kronkelend gitaarduel tussen Toler en Betts.
Dickey Bettts & Great Southern doet weinig onder voor Brothers & Sisters, Gregg Allmans meesterlijke Laid Back (1973) en zelfs niet voor Derek and the Dominos’ Layla and Other Assorted Love Songs (1970). Zet Dickey Bettts & Great Southern maar in dat rijtje.
Overigens, Dickey Betts blijft gewoon toeren met The Allman Brothers Band en meedoen op de studioalbums Win, Lose or Draw (1975) en Enlighted Rogues (1979), en zo verder. Tot zijn 74-ste blijft Dickey Betts spelen en opreden, zes jaar later overlijdt hij. Dickey Betts: een van de Greatest Guitarists of All Time.
Dickey Bettts & Great Southern. Arista Records, 1977. Out To Get Me│Run Gypsy Run│Sweet Virginia│The Way Love Goes│Nothing You Can Do│California Blues│Bougainvillea
14/05/2025 Permalink
Thank you
14/05/2025 Permalink
In 1990 verschijnt het album SevenTurns. Het is een eerste Allmans studioalbum in acht jaar tijd. Veel mensen én fans dachten dat de breuk definitief was. Dat album zorgt voor een enorme opleving van de interesse in the Allmans. Ze spelen bijna elk jaar in New York in de Beacon Theatre en altijd uitverkocht en dat 237 maal! De titelsong SevenTurns is geschreven door Dickey Betts en is wat mij betreft een absolute klassieker. Het wordt een grote hit op de Album Oriented Rock stations (AOR) in de VS. Waar niemand op gerekend heeft wordt een feit: The Allmans keren terug in de jaren 90. Een comeback die geheel aan ons land is voorbij gegaan. Maar ja het blijft natuurlijk ook southern rock.
Link naar video SevenTurns:
https://youtu.be/aqxywPYRCbI?si=dYvKI9FgNTZSCB48
15/05/2025 Permalink
Wiebren heeft (weer) de tijd gevonden om regelmatig de rubriek ‘De Gloeiende Plaat’ te vullen. Top. Met plezier lees ik de analyses/recensie. Soms een mooie ontdekking, soms een band totaal onbekend voor mij, soms niet de moeite waard.
Stiekum denk ik elke keer: wat zal Wiebren zijn verhaal/analyse zijn over ‘Manassas’ van ‘Manassas’. 😉
15/05/2025 Permalink
Niks mis met een mooie snor
17/05/2025 Permalink
Dickey’s zoon Duane Betts maakt ook geweldige muziek. Verbaas me erover dat niet de hele wereld, net als ik, fan is.