The Fling is een tamelijk nietszeggende bandnaam, die wat mij betreft de lading allerminst dekt. De non-descripte bandnaam doet namelijk niet vermoeden welke avontuurlijke muziek erachter schuilgaat. Avontuurlijk, omdat het jonge viertal uit Long Beach, California americana, indiepop, nu.folk en neo-psychedelica door elkaar husselt en van het verkregen mengsel bijzonder fijne uit gestapelde vocalen opgebouwde liedjes brouwt. Daarnaast is de sound van The Fling lekker groezelig en als het ware onttrokken aan de echoput. When The Madhouses Appear meer…



This machine kills hope staat op de gitaar van
Outside Of Tupelo (Vinyl Record Company) is al de tweede cd dit jaar van
Deze Canadese band draait al een tijdje mee, maar ik had nog niet eerder van ze gehoord. Blij dat ik dat nu wel heb, nu een verzoek om het vierde bandalbum toe te zenden werd gehonoreerd.
Onlangs bespraken we hier al het debuut van The Golden Cadillacs uit Sacramento, deze keer aandacht voor
Philippe Custeau en C-Antoine Gosselin hebben de taken duidelijk verdeeld. Custeau schrijft de teksten, Gosselin bouwt daarmee aan de compositie. En ook al is Custeau de man van de teksten, Gosselin is de belangrijkste zanger van
Het zijn jeugdvrienden uit Kingston, Canada, die na high school en high schoolbands in 1983 The Tragically Hip – de naam ontleend aan een Michael Nesmith-video – oprichten: zanger Gordon Downie, gitarist Bobby Baker, bassist Gord Sinclair, drummer Johnny Fay en een Noord-Amerikaanse saxofonist die al snel het veld ruimt voor ritmegitarist Paul Langlois. Zat van de zielloze nep-rock-‘n-roll van Noord-Amerikaanse bands die optreden in de dranklokalen in hun woonplaats Kingston, gaat The Hip zijn eigen rock-‘n-roll spelen. Aanvankelijk komen ze alleen
Allereerst iets over het fraaie artwork van de in een digipack gestoken cd Rudymentary (eigen beheer/Sonic Rendezvous) van
Altijd maar weer ben ik diep geraakt door de producties van T-Bone Burnett: Burnetts eigen titelloze plaat uit 1986; het debuut van Peter Case; Joe Henry’s Shuffletown; Elvis Costello’s King Of America; Gillian Welch’ Revival; of Jakob Dylans Women + Country, to name a few. Heden voeg ik daaraan toe No Better Than This, het onvoorstelbaar verrassende nieuwe album van volbloeddemocraat en americanaveteraan John Mellencamp. Nooit had ik verwacht dat John ‘Cougar’ Mellencamp nog eens met een relevante plaat op de proppen zou komen. Welnu,
Ze wonen op een boerderij in het Zuidwesten van Engeland, maken muziek en runnen een platenwinkel. Ze zijn met z’n vijven, kleden zich alsof de tijd 80 jaar heeft stil gestaan en hebben zich vernoemd naar bandleider Rupert Morrison. En o ja, een niet onbelangrijk detail: The R.G. Morrison maakt prachtige muziek; ergens tussen Britse folk en americana; tussen dromerige, akoestische singer-songwritersliedjes en country noir. In de meerstemmige zang vindt The R.G. Morrison bovendien aansluiting bij de huidige generatie neo-folkies, zoals bijvoorbeeld 