Brian Webb vervangt op Blue Highways Charlie Parr. Dat is, luisterend naar de nieuwe cd van Webb. geen verzwakking van het programma. Ik kende de man, voordat de promo op de mat viel, niet. Dat is ook weer niet zo gek als je weet dat hij maar sporadisch met nieuwe platen op de proppen komt. De voorlaatste studioplaat dateert al uit 2002. Daarna verscheen er nog een liveplaat, maar nu is er dan Strange Way To Grieve. Het eerste liedje, Changes, zet gelijk de toon. Mooi, ruimtelijk, midtempo, met een meer…



De Amerikaanse folkrocker Chris Eckman (Walkabouts) blijft vanuit zijn huidige woonplaats Ljubljana (Slovenië) bijzondere samenwerkingsverbanden aangaan. Onlangs verraste hij met het prachtige album BKO van Dirtmusic, waarop hij met de Amerikaan Chris Brokaw en de Australiër Hugo Race musiceerde met het uit Mali afkomstige Toeareg-gezelschap Tamikrest. Het nieuwste project van Eckman is
Ze trekken zich weinig aan van muzikale conventies, maar het moet gezegd dat D. Charles Speer & The Helix ferm geworteld zijn in de aardse tradities van de country. Kosmische country, welteverstaan. D. Charles Speer & The Helix is een afsplitsing van The No-Neck Blues Band, werkte samen met de jammerlijk overleden folkbluesgitarist Jack Rose en heeft naast oprichter Dave Shuford in de gelederen de fenomenale boogiepianist Hans Chew. Op de achtergrond borrelen invloeden als zydeco, ragtime en boogiewoogie op, maar in het hart van de muzikale materie
Antsy McClain is cool. Op dezelfde manier zoals Ben Vaughn cool is. Too hip to be true, zogezegd. Er is in de lage landen nog niet veel aandacht aan de man besteed, terwijl dit Heroes Last Forever (The Sun Studio Sessions) (DPR Records) toch echt bijna aan zijn tiende werkstuk toe is sinds 1998. Er is ook een live-dvd en verder is McClain schrijver van enkele boeken waarin hij met humor leven in een trailerpark beschrijft.
Belangrijkste man van het Texaanse kwartet Brother Slade is Marc Christian (hij schrijft alle liedjes). Marc Christian: dat deed wat belletjes rinkelen. Via
Ach ja, wat kan dit soort door The Byrds beïnvloede muziek toch heerlijk zijn, dat is onmiddellijk de vaststelling bij Glide, het eerste nummer op There’s No Denying Josephine (eigen beheer) van The Lonesomes. Een nummer overigens dat ook wel iets van REM in zich heeft. Het derde album van deze band uit Portland, Oregon volgt vijf jaar na het op deze site enthousiast ontvangen Quick Fixes And Power Trips. De vier heren van The Lonesomes schrijven ambachtelijke liedjes met fraaie melodielijnen waarin meerstemmige
Robert Clark Seger is al meer dan tien jaar als muzikant onderweg, voordat hij zelf de touwtjes in handen neemt. Op Seven (1974) is Bob en alleen Bob de baas. In 1961 heeft Bob Seger zijn eerste bandje in Detroit, Michigan, stad van Motown en the home of rock & roll. Na The Decibels volgen The Town Criers, The Omens en de novelty-act The Beach Bums. Als solo-artiest scoort Seger bescheiden hits in het Midwesten, maar regie en repertoirekeuze zijn in handen van zijn platenlabel. Eind jaren zestig neemt Bob Seger de regie over en richt zijn eigen management op.
Haar stem is karakteristiek genoeg om te herkennen, maar muzikaal is Wild Divine (Rough Trade) een flinke afstand verwijderd van de Britse folkrock die Alela Diane’s vorige cd sierde. De nog immer fantastische singer-songwriter uit Nevada City, Californië is op ontdekkingsreis door het muzikale landschap. Na het spaarzame debuut volgde in 2009 To Be Still, een prachtige plaat die vooral Sandy Denny in herinnering riep. Op Wild Divine klinkt Alela Diane Amerikaanser dan ooit; sfeer en klankkleur komen nu sterk in de buurt van nog zo’n bijzondere
Cindy Bullens mag als een veterane beschouwd worden. Al in 1979 debuteerde ze met het new wavey Desire Wire, waarna ze zich op het opvoeden van haar kinderen richtte en begin jaren negentig weer pen en gitaar ter hand nam, en in Nashville, Tennessee haar geluk beproefde. Dat legde haar geen windeieren; als songschrijver was ze aldaar redelijk succesvol. Anno 2011 is Howling Trains And Barking Dogs (
Op de voorkant van het kartonnen klaphoesje staat slechts Dead Setters, maar op de zijkant is het wel degelijk 