De mannen van Atlas Road Crew hebben goed geluisterd naar Black Crowes en Tragically Hip. Bluesrock en een snufje grunge zijn de belangrijkste ingrediënten op Halfway To Hopkins (eigen beheer). Een beetje jammen hoort er ook bij. Southeastern rock noemen ze hun muziek zelf. Het geheel staat als een huis, maar het stevige fundament zou wel met wat meer creativiteit mogen worden aangekleed. Te vaak verliest de jonge band zich in drukdoenerij. Die samengebalde energie werkt nogal vermoeiend, zeker omdat de clichés je om de oren vliegen. Zanger meer…



Het was tijdens Children Of Children. Jason Isbell had net zijn akoestische gitaar teruggezet en zijn brandnieuwe Duesenberg omgegord. Terwijl de wereld om hem heen in brand stond (bassist Jimbo Hart waagde zelfs een elegant danspasje) liet hij, stokstijf staand, zijn elektrische gitaar brullen en gieren. Weer eens werd duidelijk dat Isbell van origine een gitarist is. Een gitarist die toevallig ook nog eens een componist en zanger geworden is. En wat voor een! Het optreden in de Amsterdamse Paradiso was één grote showcase van zijn kunnen. De man uit Muscle Shoals bracht vooral nummers van zijn twee uitmuntende
Razend enthousiast waren we over Can I Come By, het debuut van
Er is in de jaren zestig het nodige moois uit Canada gekomen. Van sterren als Neil Young, Joni Mitchell en Gordon Lightfoot tot minder bekende goden als Ray Materick, Bruce Cockburn, en Bob Carpenter. Hoewel de naam David Wiffen (1942-) al decennia langs de rand van de vergetelheid zwerft, hoort ook hij in dit rijtje thuis.
Archer’s Arrow (eigen beheer) van
De ratten in de schuur zijn verdwenen. Op Nooit Genoeg (Bastaard Platen) heeft
De titel Loud Music & Soft Drinks (French Dip Records) geldt nog steeds voor 
