De waanzinnig fraaie hoes van het album van Tortilla is ontworpen door de Bergense kunstenaar Hans van Draanen. Een onzinhoes noemde Jan Donkers het in 1971 in zijn recensie in Aloha. Over de muziek was hij overigens best te spreken. Nog lovender was Muziekkrant OOR: ‘Tortilla’s eerste elpee: een sensatie’.
Tortilla is een band uit Bergen en bestaat uit de broers Emile (zang) en Jan Piet Den Tex (zang, akoestische en elektrische gitaar, piano), Henk Haanraads (akoestische, elektrische en steelgitaar), Willem Schoone (bas) en Gerard Groothuis (drums). In de huisstudio van Ide Min nemen ze een aantal demo’s op, die hen een platencontract oplevert bij Catfish, een sublabel van Bovema, dat Tortilla in staat stelt een album op te nemen in de Bovemastudio in Heemstede, met achter de knoppen Brainbox-gitarist John Schuursma. Het resultaat, het zelfgetitelde Tortilla, is nagenoeg volledig in de studio ontstaan en tot stand gekomen; gerepeteerd had de band niet. Daardoor ademt de elpee spontaniteit en een losse, laidback sfeer. Tortilla houdt het midden tussen Traffic, Moby Grape (zonder de harmoniezang) en Cuby + Blizzards (zonder de blues). Toch een soort van countryrock. Met wat hulp van de gitaristen Schuursma en Thé Lau en de saxofoon van Jan Vennik neemt het Tortilla-kwintet tien uitstekend in het tijdsbeeld van de prille jaren zeventig passende rockliedjes op – negen geschreven door J.P. Den Tex en een door Emile – waarvan de single Every Angel Comes from Nowhere het eerst wordt uitgebracht. Geen hitje alhier. En eigenlijk is het gelijknamige album eenzelfde lot beschoren. Eeuwig zonde.
Tortilla is opgetrokken uit verfijnde songs en dat begint direct al met Patient Woman, een countryrockliedje met, bijzonder, een saxofoonsolo. De variatie zit er voorts in dat Tortilla intieme, ongekunstelde, weemoedig-akoestische liedjes zoals The Man, the Woman and the Dog, Sometimes en In This Room – de drie demo-opnamen dus – afwisselt met countryeske piano- en gitaarsongs met een soort van 69-Moby Grape-twist, dan wel in de sfeer van Cuby’s klassieker Windows of My Eyes. In dat licht bezien zijn Dreams Take Me Away en Maybe, Maybe ware pareltjes. Every Angel Comes from Nowhere’– de geflopte single – is al even mooi, maar herbergt daarbij ook nog een magnifiek scheurende gitaarsolo. En dan is er nog Wild Pony: puur wild opzwepende countryrock.
Volledig begrijpelijk is OORs kwalificatie dat Tortilla een sensatie is, maar het eponieme Tortilla doet in 1971 niets in Nederland, en hoogstwaarschijnlijk ook niet in Spanje, waar de elpee dus ook wordt uitgebracht. Nationaal noch internationaal dus geen succes voor Tortilla.
Wat wel beklijft is dat J.P. Den Tex door de jaren heen een geprofileerde en gewaardeerde vaderlandse rootsrocker is. De kiem ervan ligt bij Tortilla – en dat, ja, sensationele debuutalbum.
Tortilla. Catfish, 1971. Patient Woman│Dreams Take Me Away│The Man, the Woman and the Dog│Old Friends│Maybe, Maybe│Wild Pony│Back To the Roots│ Sometimes│In This Room│Every Angel Comes from Nowhere
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie