De new romantics trachtten begin jaren tachtig de popmuziek weer wat stijl te bezorgen. Na de tijden van langharige in opgelapte jeans en houthakkershemden gestoken hippies en vervolgens de punkers met door veiligheidsspelden bijeen gehouden gescheurde T-shirts onder leren jasjes met buttons en daarboven opgeschoren kapsels met hanenkammen was het tijd voor uiterst flamboyante door modeboetiekjes geïnspireerde blitse Britse bands die namen droegen als Spandau Ballet, Duran Duran, Classix Nouveaux, Depeche Mode en The Human League. Maar hadden die veelal in kostuums van synthetische stoffen gestoken mannen die zich ophielden rond synthesizers werkelijk stijl? Zweten deden ze niet, dus met rock-’n-roll hadden de new romantics weinig uit te staan. Dus was het een zegen dat in 1985 een Amerikaan uit Stockton, Californië, toonde dat je voor stijlvolle looks gewoon terug moest naar de bron van de rockmuziek; Chris Isaak zag er met zijn vetkuif uit als Elvis Presley.
Met een kapsel kun je indruk maken als rocker. Dat is altijd al zo geweest. Presley was niet de eerste met een wilde kuif; wel de meest succesvolle. En ja, natuurlijk had hij ook andere kwaliteiten. Maar als stijlicoon is zijn betekenis minstens zo groot als die van heupwiegende rocker.
Het leek een slimme zet om de hoes van Silvertone, het debuut van Isaak, te voorzien van een foto die een kopie leek van het hoesje waarin de single Don’t van Presley in 1958 was gestoken. Die foto sierde ook de eerste druk van de door Dave Marsh geschreven biografie Elvis. Dat boek was in 1982 verschenen. Toch verkocht Silvertone bij verschijnen in Amerika matig. Pas toen een jaar later het nummer Gone Ridin’ te horen was in cultfilm Blue Velvet van regisseur David Lynch werden de schijnwerpers vol op de good looks van Isaak gericht.
Wat een verademing was de retro van Isaak op Silvertone tussen al die futuristische zakelijkheid van de new romantics. Op de hoesfoto was Isaak weliswaar gefotografeerd als Elvis, maar hij leek eigenlijk meer op de jonge Ricky Nelson. En muzikaal was hij eerder geïnspireerd door Roy Orbison. Hoe dan ook een plaat waar je als countryrocker een tijdje mee vooruit kon in die ellendige jaren 80.
Vetkuiven! Retro! Theo Lawrence draait de klok terug naar de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw. Alsof er nog een jukebox zou staan bij de plaatselijke patatboer. Hij komt uit Bordeaux, maar de Fransman vertoeft vooral aan de andere kant van de oceaan. Hij nam Chérie op in Austin, Texas. Zijn country is kitsch, maar o zo aanstekelijk. Liedjes over Liquor And Love en Sweet Candy Love. Met steelgitaar en tinkelend pianospel. Het titelnummer en Kitty Cat Clock zijn trouwens pure cajun.
De rootsrock van de Canadees Jeremie Albino is wat stoerder. Dat zie je al af aan de hoesfoto. Zijn verhalende countryliedjes beginnen aan de basis bij oude rock-’n-roll en zuidelijke soul. En wat een strot heeft die kerel! Dance With Me begint met de overtuigingskracht van de jonge Elvis. Maar dat is slechts het begin van een een dampende plaat, het eerste nummer bedraagt slechts een halve minuut. Daarna stampt hij door aan de zijde van Angeline. En doet zijn stem heel erg denken aan John Fogerty. Wat een plaat, dus nog maar een keer een uitroepteken!
De blik van Will Worden is wat mysterieuzer en dat is de muziek van deze Amerikaan ook. Dat werkt hij ook nog eens in de hand met een website waarop alleen zijn foto staat. Hij nam in Los Angeles een album op dat begint met het van een romantisch arrangement voorziene The Only One. Klinkt als George Baker in de jaren 60. En al die andere liedjes? Die klinken als countrypolitan met de smaak van palingpop en merseybeat. Met gitaarspel uit Bakersfield. Soms orkestraal, dan neigt het naar Glen Campbell. Soms met een stukje fluiten als in een western. Soms geserveerd met dikke plakken emotie. Anders dan anders, zoveel is zeker.
Chris Isaak – Silvertone (1985)
Will Worden – The Only One & All The Others (2025)
Theo Lawrence – Chérie (2023)
Jeremie Albino – Tears You Hide (2023)
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie