Deze zondagmiddag serveert Paradiso wederom een double bill als Emily Scott Robinson wordt vergezeld door Rebecca Loebe. De stoeltjes staan op deze bloedhete middag meer…
Deze zondagmiddag serveert Paradiso wederom een double bill als Emily Scott Robinson wordt vergezeld door Rebecca Loebe. De stoeltjes staan op deze bloedhete middag meer…
Sinds Country Squire (2019) is het op een of andere manier maar lastig met de albums van Tyler Childers uit Kentucky. Long Violent History was bijna geheel instrumentaal en Can I Take My Hounds To Heaven was helemaal een vreemd werk, een driedubbelalbum waarop Childers zich drie keer herhaalde. Zijn nieuwste werk, Rustin’ In The Rain (Hickman Holler Records) kent maar 7 nummers, met een totale speelduur van net 28 minuten. Dat is weinig. Op dit album neigt Childers naar klassieke country. Niet het minst door een erg mooie versie van Kris Kristoffersens meer…
Op eerder albums bivakkeerde de Engelse countryzanger Ags Connolly al wel eens in het Amerikaans-Mexicaanse grensgebied. Op het nieuwe album –zijn vierde-, Siempre, lijkt hij er voorgoed neergestreken. De titel geeft dat natuurlijk al een beetje weg. Hoewel de plaat gewoon in Oxfordshire werd opgenomen met een overwegend aantal Engelse muzikanten, heeft dit album een onmiskenbare Tejano-sound. Dat komt onder meer doordat Connolly ook gebruik heeft gemaakt van de diensten van de accordeonist Michael Guerra uit San Antonio en violist meer…
Vandaag maakte TakeRoot, dat op zaterdag 4 november a.s. wordt georganiseerd in de Groningse Oosterpoort, de laatste toevoegingen aan het programma bekend. The Pink Stones, Tami Neilson (foto), Espanola (zie hier en binnenkort nieuw album) en Lisa O’Neill zullen erbij zijn. Een paar dagen geleden werd ook al bekend dat Aaron Boyd de plaats had ingenomen van meer…
Het was een beetje met knikkende knieën dat ik naar het optreden van Morgan Wade in De Melkweg ging. Het album Reckless uit 2021 waarmee de Amerikaanse Wade een hoop indruk gemaakt had, was recent opgevolgd door Psychopath (2023). Daarop veel minder country en veel meer pop. Laat ik het maar eerlijk zeggen: dat viel me niet mee. Na een sympathiek meer…
“Nog twee liedjes!”, reageert een bezoeker als Joshua Ray Walker aankondigt dat dit zijn laatste nummer wordt. “Sorry, nog maar één, ik ben de opener van de avond”, zegt Walker. Een uur meer…
Dat William The Conqueror tot de americana gerekend wordt, begrijp ik niet helemaal. Aanvankelijk dacht ik dat wij ook al eerder een album van deze Britse groep besproken hadden, maar dat bleek een plaat van (de Amerikaanse band) John The Conqueror te zijn geweest. Maar onze collega’s van Americana UK doen dat gewoon wel. Het Zuid-Engelse trio is met Excuse Me While I Vanish (Chrysalis Records/Konkurrent) aan hun vierde album toe. Ruarri Joseph (zang, gitaar), Naomi Holmes (bas, zang) en Harry Harding (drums, zang) nemen je mee langs meer…
Bij de presentatie van zijn nieuwe album postte Zach Bryan een boodschap waarin hij aangaf dat hij dit album zelfgetiteld heeft omdat hij ieder cel van zijn wezen erin hoort. Met andere woorden: dit, op zijn 27ste, is hij. Wat direct opvalt zijn de bijzonder poëtische teksten. Sterker nog, het album begint met een gedicht: Fear & Friday’s (Poem). Daarna volgen nog 15 liedjes waarin Bryan zijn hart lucht. Ga maar mee, laat de man je op dit vierde album bij de hand nemen. Hij is rusteloos, hij weet ook niet of hij het goede doet. Hij bekijkt wat hem overkomt, legt rekenschap af tegenover oude meer…
Van Beth Bombara mag het allemaal wel iets minder vluchtig. ‘Slow down to take a Polaroid picture / And wave it around until the moment is material’, zingt ze op Moment. Daarmee opent ze It All Goes Up (Black Mesa Records/Sonic Rendezvous). Op Lonely Walls wacht ze tot de zon weer een beetje begint te schijnen. De fijne cadans is een prima weg om te ontsnappen aan de donkerte van de pandemie die de wereld op slot deed. Bombara doet haar best om het licht weer toe te laten. Ze streeft naar een positieve uitstraling. De Amerikaanse singer-songwriter produceerde het album deze meer…
Tim Grimm koos voor een andere aanpak voor The Little In-Between (Cavalier Recordings). Voor het eerst nam hij niet op in de vertrouwde omgeving thuis in Indiana, maar reed hij naar een studio in Norman, Oklahoma, om de nummers van dit album op te nemen. Negen stuks zijn het er, opgenomen in één dag. Dat wil zeggen, de basis van zang en gitaar. Daarna voegde Alice Allen nog wat streken op cello toe in Schotland. En Sergio Webb (elektrische gitaar en steelgitaar) kleurde de liedjes in Santa Fe, New Mexico, verder in met Mark Clark (drums) en Justin Bransford (bas). Het eindresultaat is meer…
Bij het schrijven van een recensie van The Little In-Between vond ik een tekstbestandje met aantekeningen voor het twee jaar geleden verschenen Gone (Cavalier Recordings) dat nooit tot een stukje leidde. Nu dus alsnog. Want tijdens de aanstaande tournee zal Tim Grimm ongetwijfeld ook enkele nummers brengen van zijn vorige album. Immers, Dreaming Of King Lear zal hij toch niet overslaan? Vast niet, want op dat nummer neemt hij afscheid van Michael Smith, Eric Taylor en David Olney, collega’s die in 2020 overleden. En het titelnummer Gone zal hij ook wel spelen, want daarin staat meer…
“Ze komen uit de VS, maar zijn niet de begeleidingsband van Neil Young. Wat weet u van Graciehorse?” “Eh… eh… Graciehorse is geen echte band, maar de nom de plume van Gracie Jackson, die met bevriende musici albums uitbrengt onder die naam. Ze hebben in mei een nieuwe plaat uitgebracht, getiteld L.A. Shit (Wharf Cat Records). Oh ja, ze komt uit Los Angeles. Dit is de tweede plaat. Er staan negen nummers op, waarvan één in twee versies. Acht dus eigenlijk. Het klinkt een beetje alsof The Pretenders country spelen. Heel ontspannen, maar met een duister kantje. Veel banjo meer…
Misschien zou het vierde album van Zach Aaron wel vijf sterren kunnen krijgen. Net zoals drie jaar geleden Fill Dirt Wanted de volle mep ontving. Er zijn twee redenen waarom This Lovely War (eigen beheer) van de Texaan blijft hangen aan vier sterren. Allereerst staan er maar acht liedjes op die maar net over een speelduur van een half uur gaan. Met nog twee of drie liedjes waren we vast op een sterretje meer uitgekomen. De tweede reden is dat we na het geweldige Fill Dirt Wanted ook de eerste twee albums (Find My Soul en Murder Of Crows) beluisterd hebben. En die zijn ook al erg goed. Met andere woorden: Zach meer…
De samenwerking tussen Bobbie Nelson en Amanda Shires is meer dan alleen maar sympathiek. Loving You (Silver Knife Records/Ato Records) kent weliswaar enkele zoete passages; het van weemoed doordrenkte pianospel van Nelson trekt alles steeds weer in balans. Respect is de basis voor het samenspel. Shires bewondert Nelson al sinds jeugdige leeftijd. Nelson op haar beurt vindt vooral troost en vreugde in de evergreens die ze brengen. Als vanzelf glijden haar vingers over de toetsen. Ze blijft dicht bij de melodieën, maar geeft losjes toch haar eigen interpretaties. Misschien wel een meer…
De uit Nashville afkomstige Caitlin Rose begint binnenkort aan haar Europese toernee, die haar ook naar enkele Nederlandse podia zal brengen, onder andere naar Metropool in Hengelo op 8 september. Rose bracht drie volwaardige platen uit waarop ze klassieke country combineert met indierock. Op haar laatste plaat, CAZIMI uit 2022, helt ze iets meer over naar die indierock. Voor het optreden in Metropool (waar Hollow Hand het meer…
Deze week is Rich Men North Of Richmond van Oliver Anthony Music vanuit het niets op de eerste plaats van de Billboard Hot 100 terecht gekomen. Het is bijzonder te meer omdat we hier te maken hebben met een countryzanger zonder platencontract, zonder website zelfs, die zichzelf begeleid op een resonator-gitaar. Met krachtige stem, vol passie zingt hij een nummer over de kleine man die in de VS meer…
Muziek verdient een verpakking. Een albumhoes, het liefst van karton. Op de voorkant daarvan dienen letters te staan. Want die verpakking is een communicatiemiddel. Een manier om iets te verkopen. Maar dat niet alleen; een albumhoes is ook een kunstwerk op zich. Het verzamelen van meer…
In de recensie vorig jaar van House To House van Matt Andersen constateerden we dat de hoogtepunten de nummers waren waarop de zussen Smith meezongen. Hun inbreng voegde een gospelrandje toe aan de soul die daardoor boven het alledaagse werd opgetild. Op Let It Slide waarmee The Big Bottle Of Joy (Sonic Records) opent zijn ze er direct weer bij. En opnieuw kunnen we vaststellen dat de Canadees van goeie bluesgitarist zich heeft ontwikkeld tot geweldige soulzanger. De twaalf nummers werden geproduceerd door Andersen zelf. Zijn uitgebreide band heet net als meer…
The Last Waltz is in november 1976 inderdaad voor heel lang de laatste (muzikale) wals van Jaime Royal Klegerman, oftewel Robbie Robertson. Hij is het die de stekker definitief uit The Band trekt, maar er overigens wel financiële controle over houdt. Robertson stapt over naar de filmindustrie en gaat samenwerken met de regisseur van The Last Waltz-film: Martin Scorsese. Maar tien jaar later tekent Robertson toch weer een platencontract, met Geffen Records.
Robbie Robertsons debuutalbum wordt meer…
Net als John Surge van de vorige recensie zat Mike Jacoby tien jaar geleden in de band Haymaker. Nu vormt hij samen met Mike Levin (drums) en Don Read (bas) The Mike Jacoby Electric Trio. The Long Haul (eigen beheer) trapt af met Right Off The Bat en dat is typisch zo’n nummer voor een trio. Puntig als The Police. Of misschien is Slug Line van John Hiatt eerlijker vergelijkingsmateriaal. Everybody I Know is heerlijke pop zoals Ben Vaughn het ook graag brengt. Muziek zoals die ooit werd gemaakt door Brinsley Schwarz. En met een gitaarsolo die even iets van La Bamba oproept. The Calm Before The Storm is meer…
Tien jaar geleden schreven we over het album Now Now Now van Haymaker. Ook albums van de bandleden Mike Jacoby en David Serby kregen hier aandacht. Nu is het de beurt aan John Surge. Almost Time (Blackbird Record Label) is het tweede werkstuk onder eigen naam van de artiest uit Los Angeles. Maar wel als John Surge and The Haymakers, waarmee hij die oude bandnaam dus een beetje in ere houdt. You’re So Right is melodieuze honky tonk met steelgitaar van producer Tommy Detamore. Surge nam het album op in Texas met de legendarische pianist Floyd Domino, Brad Fordham op meer…
Net voor zijn 78ste verjaardag verscheen het 38ste album van Bruce Cockburn. De Canadees wil nog niets weten van stoppen. Op O Sun O Moon (True North Records) is hij nog altijd lekker bezig. Aan inspiratie geen gebrek. Als bewogen vertolker van liedjes over politiek, mensenrechten en het milieu zijn er altijd voldoende onderwerpen om over te zingen. Hij is On A Roll, zogezegd. ‘Time takes its toll / But in my soul / I’m on a roll.’ Met dat eerste nummer heeft hij niets teveel gezegd, want Cockburn levert vakwerk. Net als Joe Henry verbindt hij op sierlijke wijze folk en jazz. Zijn liedjes gaan ergens over en meer…
Het tweede album You Know Who (Normaltown Records/V2) van The Pink Stones had wat meer tijd nodig dan het debuut Introducing… The Pink Stones. De eerste gedachte was: meer van hetzelfde, maar net iets minder. Toch slaagt Howard Pinkston er weer in om de luisteraar voor zich te winnen. Niet door heel erg zijn best te doen, maar juist door de boel wat los te laten. Pinkston is naamgever en baas van The Pink Stones. De voormalige punker uit Athens, Georgia, laat tijdens zijn avontuur in alternatieve country als bandleider zijn eigen ideeën aanvullen door zijn kompanen van het losse collectief dat meer…
Op zijn twaalfde was Todd Partridge al twaalf keer verhuisd. Het heeft hem blijkbaar gevormd, want op Autumn Never Knows (eigen beheer) reist de Amerikaan uit de staat Iowa nog steeds. ‘Woke up in Chicago, thought it was LA / All these damn hotel rooms look the same / I’m just tryin’ to put some distance ‘tween the problem / and the next place’, zingt hij op Postcards From The Sea. ‘Where the highway meets the sky, that’s where we all go by and by, and free like the wind we begin again’, klinkt het op Where The Highway Meets The Sky. Partridge was eerder frontman van King Of The Tramps van meer…
Het tweede album van Aaron Boyd is opnieuw een voltreffer. Net als Until The End dus vijf sterren voor Coming Undone (eigen beheer) van deze artiest uit Kentucky. Het gaat traag, trager en traagst. ‘The bottom of the bottom is all I know’, zingt hij op het titelnummer, maar dat is niet helemaal waar. Het is verleden tijd. Hij is omhoog geklauterd. Is zich bewust geworden dat hij zelf het verschil kan maken. De geboorte van zijn dochtertje hielp hem daarbij. Zij liet hem inzien hoe waardevol het leven kan zijn. Daarover gaat het op deze verzameling prachtliedjes. meer…
De vraag is wat ik van This Far South (Thirty Tigers) zou hebben gevonden als ik niet had geweten dat Tommy Prine de zoon was van John Prine. Moeilijk te beantwoorden. Allereerst heeft hij het op heel veel nummers over zijn familie, waardoor het onmogelijk is los te komen van het idee dat je luistert naar de zoon van een van de meest gewaardeerde singer-songwriters in americana. Hij stelt zich in zijn liedjes kwetsbaar op, een gegeven dat je alleen maar kunt waarderen. Zelfs als hij stelling neemt, klinkt aan de basis vooral vertwijfeling. Toch roept die ambivalentie ook vragen op. Hoe meer…
Grappig, de Nederlandstalige Wikipedia-pagina over Ellis Paul telt twee zinnen, de Engelstalige versie ruim 60 (soms erg lange) alinea’s. Op deze site hebben we in ieder geval sinds 2009 niet meer over hem geschreven; 55 (Rosella Records) vormt de aanleiding om dat nu wel te doen. Hij is dus 55 en begon eind jaren 80 in Boston, waar ook collega’s als Shawn Colvin, Patty Griffin, Dar Williams en Vance Gilbert actief waren. Met zijn hese, maar hoge stem valt hij te situeren ergens tussen Steve Forbert en Loudon Wainwright III. Op het titelnummer zingt hij over alles wat zo goed als verdwenen is de meer…
De Amerikaan Steve Mednick levert steevast geïnspireerd werk af. 1952 (Cottage Sound Recordings) is zijn twintigste album. Bijzonder, want hij begon pas op zijn 50ste, toen hij een oude hobby waar hij geen tijd meer voor had gehad toch weer oppakte. Vorig jaar werd hij 70. Elk jaar dus een album! 1952 slaat op zijn geboortejaar. Hij kijkt op het album terug, maar ook vooruit. Het laatste nummer draagt de titel Living For Tomorrow. Zoals altijd staan er weer wat politiek geladen songs op deze plaat, maar ook liefdesliedjes. En verder sterke verhalen die al of niet waargebeurd zijn. Want meer…
Op bijna alle liedjes van het nog geen half uur lange Truth Is (Animada Records) gaat het over (de gevolgen van) het na twintig jaar stukgelopen huwelijk van Vanessa Lively. Er klinkt nauwelijks wanhoop in door. ‘I realize truth is in between the words and the dreams’, zingt ze op In Between. De singer-songwriter uit Austin, Texas, gaat moedig voorwaarts in haar folkliedjes. ‘I won’t hide deep in the sand / I’ll speak the truth and ride on the wind’, laat ze weten op Golden Treasure. Het album kwam tot stand in de Blue Rock Artist Ranch & Studio in Wimberley waar zang, cello, gitaar en meer…
Nogal bleekjes en dus goed passend bij de hoesfoto, dit Wild Outside (Ahh… Pockets! Records) van de Amerikaanse Anna Elizabeth Laube. De eerste drie liedjes bevatten allemaal een woohoohoo, maar ook met die kreet blijft het nogal kleurloos. In de op een A4-tje bijgeleverde blurb staat dat Laube naadloos genres als pop, folk en elektronische muziek weet te mengen. Instrumentalisten die met John Mayer, Lana Del Rey, Sheryl Crow en Amos Lee samenwerkten zullen best wat kunnen, maar of dat allemaal boeiend is? Crying van Roy Orbison is hier een instrumentaal intermezzo met meer…
Op dit werk is een Creative Commons Licentie van toepassing.
© Alt Country NL