
New West, bluegrass uit Rotterdam.
Ook het Rotterdam Bluegrass Festival diende te wijken voor iets wat eind juni in het Haagse plaatsvond. Over dat gedoe in de residentie gaan we het natuurlijk niet hebben, maar uiteraard wel over de 13de editie van RBF. Noodgedwongen dus wat opgeschoven naar begin juli én voor de derde keer op rij op Noordplein. En met een line-up die uitnodigend oogde. Als dan ook het weer nog mee zou zitten, ja, dan kan er niet veel misgaan… Het weer was uiteindelijk wat minder, maar dat mocht de pret niet drukken. Het was weer een mooi en sfeervol feest.
Overigens startte het festival eigenlijk de woensdag voordien al zo’n beetje in Filmhuis KINO met als een fijne opwarmer de documentaire Bluegrass Country Soul van Albert Ihde uit 1971, terwijl zo’n 24 uur later in Theater Walhalla op Zuid ook nog een zogeheten preparty met een optreden van Allison de Groot en Tatiana Hargreaves was ingepland. Kortom, alvorens het festival daadwerkelijk aanving was er al voldoende te doen om in de gewenste stemming te komen.
Het festival begon in 2009 als buurtfeestje op het naburige Pijnackerplein, een initiatief van Guido de Groot. Na een onderbreking van twee jaar ging het festival in 2012 pas echt los om alleen tijdens de Covid-19-epidemie even een pas op de plaats te maken. Nu was het alweer de 13de editie met nog immer Guido de Groot als drijvende kracht. Zoals een goed directeur betaamt prees hij alle andere medewerkers voor hun inbreng en tomeloze inzet. Dit leger aan vrijwilligers werd op de enigszins verregende zondag dan ook nog eens extra in het ‘zonnetje’ gezet. Terecht.
En dan de muziek. Bluegrass? Jazeker, maar evenals bij de vorige edities was het gezegde ‘vreemde eend in de bijt’ ook meermaals van toepassing. Voor de echte bluegrass-puristen wellicht niet aantrekkelijk, doch het zorgde ook nu weer voor een welkome afwisseling.
Op de vrijdag speelde The New West. Gewoon uit Rotterdam. En dit kwartet rond Tijmen Veelenturf & Tim Panman kweet zich, gelijk een aantal weken geleden in Kantine Walhalla, met verve van hun taak. Nadat Dom Glynn & Sunday Best en Blue Forest Pickers met als steun in de rug een lekker zonnetje de al in groten getale opgekomen liefhebbers verder op temperatuur had gebracht was het tijd voor Daddy Long Legs. Deze band rond frontman Brian Long Legs gooide er met veel energie een set uit met veelal een rauw, bluesy randje.

Reverend Peyton’s Big Damn Band, gewoon een fijne festivalband.
Na Jake Blount – niet echt bluegrass, maar zeker geen dissonant – was het podium voor Reverend Peyton’s Big Damn Band uit Indiana. Deze band kun je min of meer als ‘vaste’ gasten bestempelen en ook deze keer ging het weer ‘van-dik-hout-zaagt-men-planken’; gewoon een fijne festivalband.
Zo tegen het einde van de eerste dag The Brothers Comatose. Deze formatie uit Californië rond de gebroeders Ben en Alex Morrison maakte hun vooruitgesnelde faam meer dan waar. Iets wat zij de dag nadien op het andere podium bevestigden. En de comateuze broers hebben in Addie Levy inmiddels ook een zus, en die was zondag vroeg ook solo te bewonderen. Fijn gezelschap met aanstekelijke muziek. Hoogtepunt. Afsluiter van dag één was The Devil Makes Three. En net als in 2016 leverden deze ‘drie’ weer een gedegen set af.

Pixie & The Partygrass Boys.
De zaterdag startte met Bertolf & Maurice van Hoek; een tof optreden. Allebei al eerder, dit in verschillende gedaanten, op het festival present. Fijne start van de tweede dag, die helaas naarmate de dag vorderde nogal nattig was. Dit bleek echter geen belemmering voor de opkomst, want die oogde (nog) drukker dan de vrijdag. Via Allison de Groot & Tatiana Hargreaves (vakwerk!) en Pixie & The Partygrass Boys (lekker!) naar Nick Shoulders. En Shoulders, die de dag nadien nog een tweede keer zijn opwachting zou maken, bevestigde zijn reputatie. Dat gold later ook voor Pert Near Sandstone.
De laatste dag bleek uiteindelijk vrij nat. Dat had echter zeker geen invloed op de sfeer, dit ondanks de wat mindere opkomst. De organisatie had plenty gratis poncho’s geregeld en een prachtige overspanning (een tarp) opgezet, zodat droog staan en genieten mogelijk was.
Want genieten was het bij Brennen Leigh, nadat Joshua Hedley haar was voorafgegaan. Enig puntje van kritiek op het optreden van Leigh – smaakvol begeleid door Kevin Skrla op lapsteel – zou kunnen zijn, dat het echt wat aan de korte kant was. Na de aanstekelijke set van Yes Ma’am uit Dallas, Texas, was het bluegrass van Nederlandse makelij die de regen deed vergeten: Tim Knol & Bluegrass Boogiemen. Fijne set met songs van Happy Hour en Ride Again, maar ook met Gram Parsons’ A Song For You.
De 13de editie van het Rotterdam Bluegrass Festival trok – de regen ten spijt – toch maar weer even ruim 11.000 bezoekers. De sfeer was feestelijk, gemoedelijk en zonder wanklank. Hooguit viel er sporadisch een puntje van kritiek op te tekenen, zo van: ‘waarom entree heffen?’ of: ‘op het Pijnackerplein was het toch wat knusser’. Zal allemaal wel, maar de eindconclusie is toch echt dat ook deze editie weer een succes was. Op naar 2026! Dan weer begin juli!
Foto’s: Erik de Wit
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie