In de weken die eindigen op 18 en 25 oktober 1969 staat er een advertentie in de Britse Melody Maker die afkomstig is van Famepushers Ltd. Achter dit bedrijf schuilen de zakenlui Edward Moulton en Stephen Warwick, entrepeneurs die actief zijn in de filmindustrie en zich verder bezighouden met de exploitatie van een vakantie-eiland in de monding van de Thames, de organisatie van het spectaculairste bridgetoernooi ooit en voor de rest met alles waar geld mee valt te verdienen. Dus zijn Moulton en Warwick via een advertentie op zoek naar een jonge band met songschrijverskwaliteiten.
De zojuist van Kippington Lodge tot Brinsley Schwarz omgedoopte band – bestaande uit Brinsley Schwarz (gitaar, zang), Billy Rankin (drums), Nick Lowe (zang, bas, slidegitaar) en de net toegetreden Bob Andrews (piano, orgel, zang) – reageert op de oproep. Nadat het viertal als Kippington Lodge een vijftal geflopte singles heeft uitgebracht, schept de nieuwe naam nieuwe kansen. En deze nieuwe kans dient zich aan als de mannen achter Famepushers heil zien in de potentie van Brinsley Schwarz. Dave Robinson, ex-roadie van Jimi Hendrix, wordt door Famepushers aangesteld als producer en manager. Binnen afzienbare tijd, gedurende welke de Brinsleys in de studio schaven aan hun debuutelpee, weet de handige Robinson een platencontract bij United Artists Records af te dwingen door een kant en klaar product, inclusief de door grafisch artiest Barney Bubbles ontworpen hoes, te presenteren. Het gretige label verstrekt een fiks voorschot – dat overigens direct bij Famepushers terecht komt. Het schept echter wel verplichtingen, vandaar dat Robinson samen met de opportunistische denktank van Famepushers een ongekend spectaculaire publiciteitsstunt verzint.
De eerste kennismaking met de pers moet, aldus de megalomane leiding van Famepushers, daarom plaatsvinden in een aansprekende gelegenheid, en die aansprekende gelegenheid is The Fillmore East te New York. Het moet het Famepushersteam en Dave Robinson in het bijzonder worden nagegeven dat zij het voor elkaar krijgen om met een van Aer Lingus gehuurd toestel 140 journalisten van allerlei pluimage over te brengen naar New York, alwaar Brinsley Schwarz op 4 en 5 april 1970 in The Fillmore East zal optreden in het voorprogramma van Van Morrison en Quicksilver Messenger Service. De ondernemingsgeest van Famepushers ten spijt, het plan draait op een totale mislukking uit. Allereerst krijgen Lowe, Andrews en Rankin geen visum voor Amerika, zodat het drietal via Canada de Verenigde Staten wordt binnengesmokkeld. Dit plan lukt, ook al zal de band pas vlak voor de soundcheck in The Fillmore East arriveren. De krakkemikkige Aer Lingus Boeing, met aan boord de Britse pers, krijgt kort na het vertraagde vertrek panne, zodat het gerepareerd moet worden op Shannon Airport. De journalisten worden onthaald op gratis drank in de airport-lounge en in combinatie met de meegebrachte drugs is dit de oorzaak dat het zaakje compleet ontspoort. Meer dan 100 totaal beschonken en benevelde journalisten zijn er op het nippertje getuige van dat Brinsley Schwarz, op gehuurde apparatuur en instrumenten, een rampzalig optreden verzorgt. De kritieken in de Britse bladen zijn vernietigend: ‘The Biggest Hype Of All Time’ (Melody Maker). De band voelt zich totaal vernederd, maar ondanks dat verschijnt op 17 april 1970 de debuutelpee Brinsley Schwarz. Een debuut dat er zijn mag.
In de zeven composities, waarvan zes van de hand van Nick Lowe, komt een beeld naar voren van een sympathieke band die met veel gevoel voor harmonie en muzikaliteit in een traditionele bezetting de sterren simpelweg van de hemel speelt. Er is een meer dan prominente rol voor de rollende orgelklanken van Bob Andrews, waardoor er overeenkomsten zijn met Caravan en Traffic. De belangrijkste invloed is echter gelet op de meerstemmige zang en het evidente Westcoast-gevoel Crosby, Stills, Nash & Young. Lowe transporteert op welhaast perfecte wijze de Californische sfeer naar het Britse Iandschap, zoals in Mayfly: ‘I’m going down to the valley / Find myself a mayfly’. Nummers als Hymn To Me, Shining Brightly, Lady Constant en de countryrock van What Do You Suggest?, die in lengte variëren van vier tot tien minuten, laten – hoewel niet altijd even origineel – een grote rijkdom zien.
Ondanks het debacle wordt het zelfgetitelde Brinsley Schwarz zoals het betaamt op zijn eigen merites beoordeeld en goed ontvangen in de Britse pers. En terecht, al was het ook al omdat Brinsley Schwarz later met Despite It All, Silver Pistol en Nervous on the Road meesterlijke platen aflevert. En vooral – als reactie op de grootheidswaan van het debuutoptreden – omdat Brinsley Schwarz een van de initiators is van de pubrock. Een levendige pretentieloze stroming die respectvol put uit de geschiedenis van rock-‘n-roll, soul en rhythm & blues en die countryrock verbindt met punk. Brinsley Schwarz is daarmee de aartsvader van het genre waarin het draait om ongedwongen liedjes, kleinschalige optredens en goudeerlijke rockmuziek. Het schitterende debuut Brinsley Schwarz is in 1970 de illustere voorbode van de pubrock, en is om die reden zomaar een scharnierpunt binnen de twintigste-eeuwse popmuziek.
Brinsley Schwarz. United Artists Records, 1970. Hymn To Me│Shining Brightly│Rock and Roll Women│Lady Constant│What Do You Suggest?│Mayfly│Ballad of A Has Been Beauty Queen




Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie