Het aanbod aan americana is zo groot dat heel veel onbesproken blijft. Voor beginnende artiesten is het lastig om aandacht te genereren. Kwaliteit leveren is helemaal geen garantie voor exposure. Sterker nog, meestal duurt het dan nog langer voordat je opgepikt wordt. In de mediawereld draait alles tegenwoordig om het aantal clicks, dus onbekende namen zijn niet interessant; die leveren niets op. Dus is het aan sites die door liefhebbers worden gevuld om onbekend talent voor te stellen. Zoals deze keer John Cico uit Lafayette, Louisiana. Met het in Los Angeles opgenomen The Poison Kind (eigen beheer) levert hij een voortreffelijk debuut af. Op zijn website worden Blind Willie Johnson, Townes Van Zandt, John Moreland en Sam Baker genoemd als invloeden. Dat klinkt alvast interessant. Cico zwierf van kust naar kust waarbij het stof dat zich in de plooien van zijn kleding verzamelde langzaam tot zijn botten doordrong. En er vervolgens weer uitkwam in de vorm van liedjes. Fraai getoonzette liedjes bovendien. Big Bend handelt over het in het uiterste zuiden van Texas gelegen natuurpark, gescheiden van Mexico door de Rio Grande. Het begint met piano en akoestische gitaar als filmmuziek; een stemmige scène met steelgitaar getoonzet door de wind en donkerte. Die laatste omstandigheid bepaalt ook Long Black Cloud. Als die neerdaalt is het te laat om nog te vluchten. Het titelnummer begint bijna als flamenco, maar er zit ook een ondertoon van Townes in dat gitaarspel. Blijf op afstand, de ratelslang is dodelijk. De schaduwen van de nacht houden de singer-songwriter wakker op Sunday Night. Vol verlangen naar zijn lief die elders is. Op The Blade slaat Cico aan het praatzingen. Een beetje als Lee Clayton verhaalt hij over de bloedsporen die een mes veroorzaakt. Talkin’ Yuletide Gunslinger Blues is een talking blues waarbij de kogels – pieeeuw, paaaw, pow – voorbijvliegen. In het laatste couplet neemt de artiest afstand van al dat gevaar, hij is immers gewoon een zanger. Be Good houdt hij zichzelf voor als hij weer eens wakker ligt en denkt aan de blauwe ogen van zijn moeder die zich over hem boog. Na alle pijn en lijden van het voorgaande zoekt Cico op het slotnummer naar de betekenis van dat alles: Nothin’ Means Nothin’.




Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie