In eerste instantie vraag je je nog af of die titel Rust Belt Never Sleeps (eigen beheer) origineel is of juist heel flauw. De verwijzing naar Rust Never Sleeps van Neil Young & Crazy Horse is duidelijk, maar wat weet 40 Stitches Later zelf te brengen? Hou het er maar op dat het een uitstekende titel is voor een schitterende conceptplaat over de barre economische tijden in de Amerikaanse staat Michigan. De gevolgen voor de arbeiders van de auto- en staalindustrie staan centraal op tien ijzersterke nummers. Ondanks alle werkloosheid en ellende straalt de band toch vooral optimisme uit. Als de mannen besluiten met het titelnummer, dat werkelijk wel iets weg heeft van Neil Young met Crazy Horse en ook van Sidewinders trouwens, steken ze de bevolking van Michigan een hart onder de riem. Yea we were down and full of doubt / Without a dime and on the out / And though it hurts more than you know / We’re strong enough to let it go … The tears are dry you just believe / We’ll live a way to find the dream / Another chance to want it more / Our pride intact now we attack … The rust belt never sleeps (3x). De plaat begint met Ballad Of Blackman Township. Mooie samenzang en een lichte poppy touch als iets van Big Dipper. Now there’s no money left to count / No more government hand out / But we can use some new careers / To pay that tax on ‘sticks’ and beers. Daarna volgt Unemployment Blues, lekker gruizig als Gravel of Undernation. You need a higher education now to make them take a look at you / I guess the thirty years I spent might as well have been in Timbuktu / I’m good at my profession though it’s probably too late / A high school education doesn’t make the grade / Life is so much harder when you got the unemployment blues. Parkersburg, WV heeft mooie gitaarbogen die als bruggen over rivieren spannen. Op 5 Staight Nights Of Drinkin’ klinken lange lijnen van slidegitaar. Roestig als The Whipsaws. The Keys is het wanhopige verslag van een jongen die zijn ouders netjes om de autosleutels heeft gevraagd. Is it up or is it down / Is it red or is it green / Should I stop or should I speed / Did I say that I love you. Op het door fraaie drumtikken ingeleide Vacant Lot wordt afgerekend met een ex. If I’m your vacant lot / Where you can leave your trash / How did I get to be the lucky one / And if I’m your vacant lot / Can you forget me not / Now go and find yourself another one. Op Das Mitten maken we weer kennis met enkele lieden met vernietigde levens. Mooie koortjes trouwens, bijna als The Eagles. Fifteen months ago I saw an old friend / Extended my arm and I shook his hand / I said I’m jobless in mid-Michigan / This isn’t what I expected / Cause I got four hungry mouths to feed / And a double-wide that needs some heat. Songschrijver Tony Moreno (zang, gitaar) weet in gewone bewoordingen veel duidelijk te maken over de staat waarin Amerika verkeert. Die Tool Maker gaat over het vinden van a goddamn job, terwijl in Tractor Lounge stoom wordt afgeblazen. Samen met gitarist Gary Rosner, bassist Mark McKay (tevens zang) en drummer Russ Morse heeft Tony Moreno een belangrijke plaat gemaakt over het industriële noorden van Amerika. Rust Belt Never Sleeps van 40 Stitches Later is een investering waard! Verkrijgbaar bij CD Baby.
15/01/2013 Permalink
het zal aan mij liggen: maar al die verwijzingen ‘klinkt als..’ verwijzen naar voor mij absoluut obscure bandjes waarmee ik dus geen enkele referentie kan hebben (behalve The Eagles en dat is nou net een referentie die ik wel kan missen). Vraag me af of ik de enige ben (misschien ben ik niet altcountry genoeg) die daar last van heeft. Gitaren die bogen als bruggen kan ik me zelfs als Rotterdammer (we hebben hier nogal wat mooie bruggen) niets bij voorstellen. Dan dus maar even zelf luisteren bij CD Baby….
15/01/2013 Permalink
aardige plaat, maar wat mij betreft zeker geen vijf sterren waardig.
15/01/2013 Permalink
Ik heb dit beluisterd naar aanleiding van de jaarlijstjes en ik vind het niets bijzonders.
15/01/2013 Permalink
Ik heb hem inmiddels ook beluisterd: mager en doorsnee plaatje. Niet veel bijzonders.
12/02/2013 Permalink
Die plaat is onderhand ongeveer één jaar oud en in tijden van ontelbaar veel releases zal je de plaat flink wat luisterbeurten moeten gunnen, wat ik onderhand heb gedaan. Het is een echte groeiparel en ze laat zich nog het best omschrijven als een kruising tussen Crazy Horse, Thin White Rope en Sparklehorse. Wat mij betreft één van de beste 25 albums van afgelopen 2012.